Nog even en ik ben elke band met je verloren. Dan is jouw huis niet meer het mijne, zal mijn voetstap langzaamaan verdwijnen. Bestaat dat oude, vertrouwde alleen nog in herinnering, moet ik mezelf dwingen alles enkel in mentale foto’s te zien, in opgeschreven woorden te horen.
Want je bent niet meer van mij, betreed mijn thuis zelfs als een vreemdeling. Baan me een weg langs straten en huizen, door betekenis verlaten. Je ebt weg. Als een eiland word je, alle verbinding met het vasteland verbroken.
maak me los in golven
Toch volg ik je op de voet, kan je niet zomaar laten gaan. Lees kranten vol over jouw bestaan, plaats me in jouw schoenen. Jij gaat door en ik blijf achter. Nee, ik ga juist verder en jij staat stil in mijn gedachten.
Verdord raak je, ik verstik en versmoor je. Richt me op de vloed die komen moet voordat jij vergaat. Ondertussen kijk jij toe hoe ik mezelf in stukken breek om maar te vergeten wat ik van jou en jij van mij weet.
Nog even en ik zie je niet eens meer staan. De tegels daar dragen nog steeds mijn naam, maar ik heb geen tekens nodig om te beseffen: mezelf draag ik voor altijd mee.