goed

Ik weet niet wat ik schrijven moet. Mijn mond is droog, mijn tong is op. Misschien is het wel goed zo, moet ik rondjes blijven draaien, monologen produceren waar ik misschien wel wat van leer. Net zolang tot er iets komt, een verhaal of een gedicht – zal ik zwichten voor mijn woorden, uit evenwicht raken, even stoppen en me dan herpakken. Zak ik dieper weg, dan is er wel weer een verlossende zin, schrijf ik opnieuw, terwijl mijn hoofd blijft malen, maai ik het gras onder mijn voeten vandaan. Beginnen we weer van voren af – aan gaat het licht en is alles precies zoals het zijn moet. Hoe gaat het met je? Vraag je, ongelogen zeg ik “goed”.