Ik wil niet als één van de velen je vervelen met gesprekken die je morgen alweer bent vergeten. Ik wil je onverdeeld, dat je me mist als ik het af laat weten. Ik wil je blik en blije ogen als ik je gezichtsveld kom betreden. Ik wil je aandacht, slechts een fractie; ik kom zelf de rest wel stelen.
Een stap in de goede richting, dat is het enige wat ik van je vraag. Geen zorgen, ik draag mezelf wel, maar laat me niet als enkeling door het leven gaan. Ik wil je volledig, geen loze woorden of zinnen. Laat me binnen als ik klop, laat me dromen van nieuwe dingen.
Ik ken je nog niet zo goed, maar kijk uit naar wat we kunnen worden. Iets meer dan een groet, een duik in het diepe, waar je hart ligt verborgen. Laat me je bevragen over dagen toen ik nog niet in je leven was. Maak me deelgenoot, verwant met vroeger, ingegraven in het nu.
Ik wil niet één van de velen zijn, laat me je hele wezen kennen. Laten we elkaars blikken leren lezen, elkaars werelden verkennen. Ik laat me vallen in de leegte, hopend op houvast. Laat me weten dat het goed zit, dat ik meer ben dan een last. Verras me, geef me zekerheid. Alleen jij kunt me van de twijfel bevrijden.