You look out the window and discover a body floating face down in your pool
712 more things to write about (San Francisco 2014).
Ik herken haar gelijk. Haar vrolijke bloemetjestrui bezaaid met bloedvlekken. Het haar dat in de schaduw van de nacht bijna zwart lijkt, drijft als een waaier op het water. Een kring van rood verspreidt zich naar de hoeken van het zwembad, klotst over de randen.
Ik open het raam. De nachtlucht stroomt naar binnen. Ik zie haar nog steeds. Bij leven was ze al mooi, maar nu is ze nog mooier. Ik zie het in de glinstering van het water.
Ik loop naar de tuindeur, draai hem van het slot. Hoe dichterbij ik kom, hoe roder het water lijkt. Ik laat me op het gras aan de waterkant zakken, laat mijn voeten over de rand bungelen. Het water voelt warm aan tegen mijn enkels.
Ik strek me uit, raak je huid aan, houd je hand vast. Je vingers voelen klam aan. Voel jij mij? Je lange lokken worden glad getrokken door het water. Ik kijk naar je afgekloven nagels, afgebladderde popsicle pink.
Het volgende moment voel ik een siddering door mijn lijf gaan, een golf door het zwembad – haar hartslag door mijn vingers.
‘Hé, Lotte!’
Haar stem zacht als fluweel. Ze knijpt in mijn hand. Als ik opkijk, zie ik de kuiltjes in haar wangen, de twinkeling in haar ogen.
‘Kom erin,’ zegt ze. ‘Het is lekker warm!’
Ze draagt de groene bikini die ze kocht toen ik hem niet paste.
‘Kom op!’
Ze lacht haar alles overweldigende lach, spat water in mijn gezicht. Nog altijd houdt ze mijn hand stevig vast. Het water is helderblauw.
‘Je hebt toch beloofd dat je me niet los zou laten?’
Haar stem is indringend dichtbij. Dan neemt ze een hap adem en duikt onder water. Sleurt mij mee naar beneden.