Het is een vicieuze cirkel
waar ik me niet graag in bevind.
Eerst het ruziën aan tafel,
het maakt niet uit wie er begint.
Want uiteindelijk weet je ’t al;
er wordt veel gezegd, maar niets gehoord.
Het is een vicieuze cirkel,
waarin de liefde wordt verstoord.
Als tweede dan het huilen,
want je weet wat er van komt:
boze woorden ballen samen tot
vlijmscherpe messen in jouw mond.
Ze snijden alle klieren open,
maar je hart blijft stevig dicht.
Het is een vicieuze cirkel,
we blijven steeds in evenwicht.
Want als laatst is er geen sorry,
maar toch iets wat er op lijkt;
een hand die tussen vlees en
jus toch naar de ander reikt,
een compliment over het eten,
een kusje op jouw hoofd
— maar één foute opmerking
en het licht wordt weer gedoofd.